Verkenning Nederlandse Reparatie-infrastructuur

In de transitie naar een circulaire economie is repareren een belangrijk element. In de praktijk kiezen consumenten vaak sneller voor een nieuw of vervangend product dan voor reparatie. De circulaire ambities binnen Europa zorgen voor een toenemende aandacht voor een betere repareerbaarheid van apparaten, zowel in Nederland als daarbuiten.

In Nederland worden vrijwel geen huishoudelijke apparaten gefabriceerd (met uitzondering van Philips). Voor de productie van nieuwe apparaten wordt de repareerbaarheid en het volgen van de wetgeving hieromtrent door de moederorganisaties ingevuld. Repareerbaarheid vraagt echter wel om een verplichte lokale ondersteuning in het repareren, het verstrekken van documentatie en het beschikbaar stellen van onderdelen.

Daarmee is de repareerbaarheid van elektrische huishoudelijke apparaten een belangrijk onderwerp op de agenda van de Technische Commissie van APPLiA Nederland. Er wordt onder meer gesproken over de verplichting tot het delen van informatie en nationale wetgeving.

Nieuwe Edodesign verordening

Sinds 1 maart 2021 zijn voor wasmachines, was-droogcombinaties, vaatwassers en koel- en vriesapparatuur herziene of nieuwe Ecodesign verordeningen van kracht geworden. Deze stellen eisen aan de voorziening van (reserve)onderdelen en informatie (technische documenten) ten behoeve van reparatie. Reparateurs hebben recht op toegang tot onderdelen en informatie. Professionele reparateurs hebben zelf recht op meer informatie.

Professionele reparateurs

Door middel van een registratieplatform kunnen geregistreerde reparatiebedrijven of reparateurs worden aangemerkt als ‘professioneel’. Het is aan iedere lidstaat om zelf te bepalen of een dergelijk reparatieplatform zinvol is. Nederland koos ervoor om voorlopig nog geen platform in te richten. Op dit moment wordt onderzocht wat de mogelijke kansen en belemmeringen zijn die een registratieplatform voor verschillende reparerende partijen met zich mee brengt.

Onderzoek naar de Nederlandse reparatie-infrastructuur

In de Tweede Kamer zijn naar aanleiding van de vernieuwde Ecodesign verordeningen vragen gesteld door kamerlid Dik-Faber. Deze vragen gaan vooral over de status van de reparatie-infrastructuur in Nederland m.b.t. huishoudelijke apparatuur. De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft in antwoord op deze vragen toegezegd een verkenning uit te voeren naar de huidige reparatiesector in Nederland en te onderzoeken hoe deze kan worden versterkt en geprofessionaliseerd.

Het volledige rapport is hier te downloaden

Conclusies uit het onderzoek

In dit artikel deelt APPLiA Nederland de conclusies uit het onderzoek dat is uitgevoerd door Rebel Group en op 16 mei 2021 is opgeleverd.

Nederland kent een diverse reparatie-infrastructuur

In Nederland is een behoorlijk aantal kleine en grote reparatiebedrijven actief voor consumentenelektronica; van geautoriseerde reparateurs tot aan kringloopwinkels en Repair Cafés. Vooral het aantal bedrijven dat communicatieapparatuur repareert, is de afgelopen jaren sterk gegroeid. Voor reparaties binnen garantie hebben fabrikanten overeenkomsten gesloten met één of meerdere reparatiebedrijven die daarmee geautoriseerd zijn om reparaties uit te voeren. Een aantal fabrikanten hebben een eigen reparatiedienst (met name in de witgoedbranche).

Daarnaast zijn er retailers die één of meerdere eigen reparateurs in dienst hebben. Deze doen doorgaans niet alle reparaties zelf. Wanneer reparaties te specialistisch worden, doen retailers een beroep op de door fabrikanten geautoriseerde bedrijven of de fabrikanten zelf. Bij reparaties buiten de garantieperiode is een breder scala aan partijen betrokken. Niet alleen de geautoriseerde reparateurs, maar ook andere reparatiebedrijven, kringloopwinkels, Repair Cafés en de consument zelf. Deze partijen kunnen afhankelijk van hun kennis, ervaring, kwalificaties en eigen focus meer of minder complexe reparaties uitvoeren.

Informatie en onderdelen om te repareren zijn over het algemeen beter toegankelijk

In het verkennende onderzoek is geconstateerd dat reparateurs er steeds meer en beter in slagen om de benodigde informatie en de onderdelen voor een reparatie te verkrijgen. Dat geldt niet alleen voor de door fabrikanten geautoriseerde reparateurs of de eigen reparatiediensten van fabrikanten, maar ook voor andere (niet geautoriseerde en/of zelfstandige) reparateurs. Met betrekking tot onderdelen worden de kanalen van merken en distributeurs over het algemeen beter toegankelijk en ontwikkelt de markt voor universele onderdelen zich verder. Daarnaast is de benodigde informatie om te kunnen repareren beter beschikbaar gekomen. Niet alleen via ‘do-it-yourself’ filmpjes vanuit merken zelf, maar ook via platforms als iFixit. Hiermee krijgen reparateurs – en desgewenst ook de handige consument – meer mogelijkheden om te kunnen repareren.

Uiteraard zijn er nog steeds verbeteringen mogelijk in onder meer de toegankelijkheid en begrijpelijkheid van de informatie en bredere beschikbaarheid (of levertijd) van onderdelen. Fabrikanten gaan hier onderling verschillend mee om. Waar sommige fabrikanten toegankelijk en transparant zijn, zijn andere meer terughoudend in het beschikbaar stellen van onderdelen en informatie en stellen zij strenge eisen aan het gebruik van apparatuur en de benodigde kwalificaties van reparateurs.

Reparatie legt het vaak af tegen een vervangend of nieuw apparaat

In de afweging om een apparaat met een defect wel of niet te (laten) repareren bepalen consumenten en producenten of het apparaat het waard is om te repareren. Hierbij hangt veel af van de kosten van reparatie in relatie tot de economische (en emotionele) waarde van het product en de kosten van aanschaf van een nieuw apparaat (door een consument) of vervanging (door een producent). Voor een consument speelt daarnaast de tijd die de reparatie kost een rol in relatie tot het gemak waarmee een nieuw product kan worden verkregen. Wanneer een product binnen de garantievoorwaarden stuk gaat, zal de consument zich tot de retailer en/of producent wenden. Dan zijn er immers voor de consument doorgaans geen kosten aan reparatie verbonden en zal de producent kijken naar zijn kosten voor reparatie in relatie tot vervanging.

Voor iedere partij kan de afweging er anders uitzien en kunnen de factoren die meespelen verschillen. In algemene zin zien we dat reparatie het nog vaak aflegt tegen een nieuw product. Dit heeft te maken met een aantal belemmeringen die meer reparatie in de weg staat. In het onderzoek zijn verschillende belemmeringen geconstateerd, zoals de beperkte rol die repareerbaarheid speelt in het ontwerpproces van een product. Andere belemmeringen zijn: serviceverlening naar de consument, onderdelen (tijdelijk) niet leverbaar, kosten, vindbaarheid en beschikbaarheid van een reparateur en lange tijdsduur van reparaties. Consumenten leggen de waarde, leeftijd van en binding met het apparaat, de kosten van een nieuw apparaat en gemak op de weegschaal om tot een beslissing over wel of niet repareren te komen. Een consument die over de kennis en informatie, de intrinsieke motivatie en de benodigde tijd beschikt, zal eerder geneigd zijn om zelf te willen repareren.

Een registratieplatform legt de bepaling van wie ‘professioneel reparateur’ is eenduidig vast

In het adviesrapport van Rebel stellen de onderzoekers dat een registratieplatform met name een bijdrage kan leveren aan het eenduidig (en eenmalig richting alle producenten) vastleggen van wie er als ‘professioneel’ kan worden aangemerkt. Voor producenten heeft een registratieplatform het voordeel dat zij niet iedere (niet bij de fabrikant bekende) reparateur die zich meldt afzonderlijk hoeven te beoordelen. Daarnaast kan dit platform een rol spelen in het verduidelijken van aansprakelijkheid voor reparaties (en dan met name buiten de garantieperiode; voor reparaties binnen de garantieperiode zijn al regelingen met fabrikanten getroffen).

Het registratieplatform kan bovendien bijdragen aan het beter in beeld krijgen van de sector, betere communicatie met de sector en het aanbieden van professionaliseringmogelijkheden aan reparatiebedrijven. Ook kan het platform worden ingezet in de communicatie naar consumenten. Echter zal een registratieplatform naar inzicht van Rebel niet tot meer reparaties leiden. Om meer te repareren en de in deze verkenning genoemde belemmeringen weg te nemen zijn ook andere (beleids)maatregelen nodig.

Bron: Verkenning Nederlandse Reparatie-infrastructuur, door Rebel Group gevestigd in Rotterdam. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en opgeleverd op 16 mei 2021.

Recente berichten

Word lid van Applia Nederland

En ervaar de voordelen!

Sluit je aan